English
Post card, Ernest Thill, Nels, Bruxelles. Series 36, N°12 – University Hall of the KULeuven, exterior as seen from the Naamse Straat, Belgium, Brussels, Ca. 1915.
Coll.: Cap’n
The University Hall of the KULeuven was built around 1317 as a cloth hall. It was a one story building in gothic style built by architects Jan Stevens, Arnold Hore and Godfried Raes. It was originally used by the guild of cloth trade.
The University of Leuven was founded in 1425 and got to use the hall for its colleges. Six years later, the city of Leuven made ever larger parts of the hall available to the university. 4 auditoriums were set up, followed by rooms for the council meetings. A major drawback was that on market days, the voices of the professors were drowned out by the shouts of the merchants and their customers, as well as their animals.
In 1679 university sued the city of Leuven before the Brussels Privy Council to repair the building after years of neglect. A settlement was reached and the city relinquished ownership of the building to the university. In 1680 renovations were started as well as work on an entirely new upper floor and in 1690 the library was housed in it. Above the main entrance an inscription was added which read Sapientia aedificavit sibi domum (“Wisdom has built herself a house”).
In 1719 Rector Henri-Joseph Rega commissioned the addition of a new wing in which the university’s library was housed.
On 25 October the 1797 the university was closed and all its assets were seized by the French occupiers. Ownership was returned to the city of Leuven by imperial decree in 1805.
In 1815 a State University of Leuven was established under the United Kingdom of the Netherlands and a royal order decreed the city to vacate all the buildings which belonged to the former university so they could be used by the new State University.
After Belgium was founded in 1830, the Catholic University of Mechelen, which was founded in 1834, was moved to Leuven in 1835. The building was gradually given over entirely to be used as a library as new faculty buildings and lecture halls were made available.
In the night of 25-26 august 1914 German soldiers set fire to the city of Leuven. Over 1.000 buildings, including the 14th century University Hall and its 18th century library wing went up in flames. Over 300.000 books and manuscripts fell victim to the fire, lost for all eternity. Only the outer walls of the old university hall remained and became a symbol of the cruelty of the German invaders throughout the world.
After the war, the city leased the building to the university and renovations were undertaken between 1921 and 1926. The restored building was inaugurated on 28 June 1927. A new Central Library was built elsewhere, funded thanks to several support committees, some of which were started even during the war.
The building now acts as the central seat of the university and houses the central offices of the rector and his staff, spaces for formal receptions and a hall for conducting doctoral dissertations.
Français
Carte postale, Ernest Thill, Nels, Bruxelles. Série 36, N°12 – Salle de l’Université de la KULeuven, extérieur vu de la Naamse Straat, Belgique, Bruxelles, Ca. 1915.
Coll.: Cap’n
La salle universitaire de la KULeuven a été construite vers 1317 comme une salle de toile. C’était un bâtiment d’un étage de style gothique construit par les architectes Jan Stevens, Arnold Hore et Godfried Raes. Il était à l’origine utilisé par la guilde des drapiers.
L’université de Louvain a été fondée en 1425 et a pu utiliser le hall pour ses collèges. Six ans plus tard, la ville de Louvain a mis à la disposition de l’université des parties de plus en plus grandes du hall. Quatre auditoriums ont été aménagés, suivis de salles pour les réunions du conseil. Un inconvénient majeur était que les jours de marché, les voix des professeurs étaient noyées sous les cris des commerçants et de leurs clients, ainsi que de leurs animaux.
En 1679, l’université a poursuivi la ville de Louvain devant le Conseil privé de Bruxelles pour réparer le bâtiment après des années de négligence. Un accord a été conclu et la ville a cédé la propriété du bâtiment à l’université. En 1680, des travaux de rénovation ont été entamés ainsi que la construction d’un étage supérieur entièrement neuf et en 1690, la bibliothèque y a été installée. Au-dessus de l’entrée principale, une inscription a été ajoutée qui disait Sapientia aedificavit sibi domum (“La sagesse s’est construite une maison”).
En 1719, le recteur Henri-Joseph Rega fait construire une nouvelle aile dans laquelle se trouve la bibliothèque de l’université.
Le 25 octobre 1797, l’université est fermée et tous ses biens sont saisis par les occupants français. En 1805, un décret impérial rend la propriété à la ville de Louvain.
En 1815, une université d’État de Louvain a été créée sous l’égide du Royaume-Uni des Pays-Bas et un décret royal a ordonné à la ville de libérer tous les bâtiments qui appartenaient à l’ancienne université afin qu’ils puissent être utilisés par la nouvelle université d’État.
Après la fondation de la Belgique en 1830, l’Université catholique de Malines, fondée en 1834, a été transférée à Louvain en 1835. Le bâtiment a progressivement été entièrement réaménagé pour servir de bibliothèque, au fur et à mesure que de nouveaux bâtiments et salles de conférence étaient mis à disposition.
Dans la nuit du 25 au 26 août 1914, des soldats allemands mirent le feu à la ville de Louvain. Plus de 1 000 bâtiments, dont la salle universitaire du 14e siècle et l’aile de la bibliothèque du 18e siècle, sont partis en flammes. Plus de 300.000 livres et manuscrits ont été victimes de l’incendie, perdus pour l’éternité. Seuls les murs extérieurs de l’ancienne salle de l’université sont restés et sont devenus un symbole de la cruauté des envahisseurs allemands dans le monde entier.
Après la guerre, la ville a loué le bâtiment à l’université et des rénovations ont été entreprises entre 1921 et 1926. Le bâtiment restauré a été inauguré le 28 juin 1927. Une nouvelle bibliothèque centrale a été construite ailleurs, financée grâce à plusieurs comités de soutien, dont certains ont été créés même pendant la guerre.
Le bâtiment sert maintenant de siège central de l’université et abrite les bureaux centraux du recteur et de son personnel, des espaces pour les réceptions officielles et une salle pour la présentation des thèses de doctorat.
Nederlands
Postkaart, Ernest Thill, Nels, Bruxelles. Reeks 36, N°12 – Universiteitshal van de KULeuven, exterieur gezien vanaf de Naamse Straat, België, Brussel, Ca. 1915.
Coll.: Cap’n
De Universiteitshal van de KULeuven werd rond 1317 gebouwd als lakenhal. Het was een gebouw met één verdieping in gotische stijl, gebouwd door de architecten Jan Stevens, Arnold Hore en Godfried Raes. Oorspronkelijk werd het gebruikt door de lakenhandelsgilde.
De universiteit van Leuven werd opgericht in 1425 en mocht de hal gebruiken voor haar colleges. Zes jaar later stelde de stad Leuven steeds grotere delen van de hal ter beschikking van de universiteit. Er werden 4 aula’s ingericht, gevolgd door zalen voor de raadsvergaderingen. Een groot nadeel was dat op marktdagen de stemmen van de professoren werden overstemd door het geschreeuw van de kooplieden en hun klanten, alsook van hun dieren.
In 1679 klaagde de universiteit de stad Leuven aan voor de Brusselse Privéraad om het gebouw na jaren van verwaarlozing te herstellen. Er werd een akkoord bereikt en de stad gaf het gebouw af aan de universiteit. In 1680 werd gestart met de renovatie en de bouw van een volledig nieuwe bovenverdieping en in 1690 werd de bibliotheek erin ondergebracht. Boven de hoofdingang werd een inscriptie toegevoegd met de tekst Sapientia aedificavit sibi domum (“Wijsheid heeft zichzelf een huis gebouwd”).
In 1719 gaf rector Henri-Joseph Rega opdracht tot de toevoeging van een nieuwe vleugel waarin de universiteitsbibliotheek was gehuisvest.
Op 25 oktober 1797 werd de universiteit gesloten en werden alle bezittingen in beslag genomen door de Franse bezetters. De eigendom werd in 1805 bij keizerlijk decreet teruggegeven aan de stad Leuven.
In 1815 werd een Staatsuniversiteit van Leuven opgericht onder het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden en een koninklijk besluit verordonneerde de stad om alle gebouwen die tot de vroegere universiteit behoorden te ontruimen zodat ze door de nieuwe Staatsuniversiteit in gebruik konden worden genomen.
Na de stichting van België in 1830 werd de Katholieke Universiteit van Mechelen, die in 1834 werd opgericht, in 1835 naar Leuven overgebracht. Het gebouw werd geleidelijk aan volledig in gebruik genomen als bibliotheek, naarmate er nieuwe faculteitsgebouwen en collegezalen beschikbaar kwamen.
In de nacht van 25 op 26 augustus 1914 staken Duitse soldaten de stad Leuven in brand. Meer dan 1.000 gebouwen, waaronder de 14e eeuwse universiteitshal en de 18e eeuwse bibliotheekvleugel gingen in vlammen op. Meer dan 300.000 boeken en manuscripten vielen ten prooi aan het vuur, verloren voor de eeuwigheid. Alleen de buitenmuren van de oude universiteitshal bleven over en werden een symbool van de wreedheid van de Duitse bezetters over de hele wereld.
Na de oorlog verhuurde de stad het gebouw aan de universiteit en tussen 1921 en 1926 werd het gerestaureerd. Het gerenoveerde gebouw werd op 28 juni 1927 in gebruik genomen. Een nieuwe Centrale Bibliotheek werd elders gebouwd, gefinancierd dankzij verschillende steuncomités, waarvan sommigen zelfs tijdens de oorlog werden opgestart.
Het gebouw fungeert nu als centrale zetel van de universiteit en herbergt de centrale kantoren van de rector en zijn medewerkers, ruimtes voor officiële recepties en een hal voor doctoraatsverdedigingen.