Lebeau, Paul, De Zondebok, Uitgeverij Heideland, Belgium, Hasselt, 1968.
Coll.: Cap’n
Paul Lebau was born on 29 June 1908 in Borgerhout.
He completed his Greek-Latin studies in Antwerp and studied Germanic Philology in Leuven. There he was secretary to the editor of the student magazine «Ons Leven» and an active member of the KVHV. Together with Dr Mon de Goeyse and Willem Melis he re-founded K.A.V. Loviana in 1927, in an attempt to ennoble Leuven’s student life.
The scenes of student life in his works are memories of his own student years. He studied in the period of the great conflict between the Flemish-nationalist students and the academic and episcopal authorities, the clashes between Flemish and Walloons as a result of the Great-Dutch student congresses and amnesty demonstrations, and the death struggle of the A.K.V.S.
The main character of «De Zondebok» is a troubled young man who, as if in public confession, tells how he misses his spiritual calling. His problems of conscience reflect the tragedy of a student generation, especially when he has to choose between his loyalty to the church and his love for the fatherland.
He paints a sharp picture of the inferiority complex of the Flemish versus the French-speaking students. The latter move in an atmosphere of distinction and visit the fancy establishments, while the Flemish are depicted as sloppily dressed and badly shaven wretches who retreat to pubs where their peasantry finds an outlet.
In contrast, he presents a Wagnerian description of a procession of the «Vlaamsch Verbond», who, with echoing brass band music and flapping banners in the glow of torches, march like kings through the streets of Leuven.
Lebeau, Paul, De Zondebok, Uitgeverij Heideland, Belgique, Hasselt, 1968.
Coll. : Cap’n
Paul Lebau est né le 29 juin 1908 à Borgerhout.
Il a terminé ses études secondaires en grec et latin à Anvers et a étudié la philologie germanique à Louvain. Il y était secrétaire de rédaction du magazine étudiant «Ons Leven» et membre actif du KVHV. Avec le Dr Mon de Goeyse et Willem Melis, il a refondé le K.A.V. Loviana en 1927 dans le but d’ennoblir la vie étudiante de Louvain.
Les scènes de la vie étudiante dans ses œuvres sont des souvenirs de ses propres années universitaires. Il a étudié à l’époque du grand conflit entre les étudiants nationalistes flamands et les autorités académiques et épiscopales, des confrontations entre Flamands et Wallons à l’occasion des congrès d’étudiants et des manifestations d’amnistie et de la dernière lutte de l’A.K.V.S..
Le personnage principal de «De Zondebok» est un jeune homme troublé qui nous dit, comme dans une confession publique, comment il rate sa vocation spirituelle. Ses problèmes de conscience reflètent la tragédie d’une génération d’étudiants, surtout lorsqu’il doit choisir entre sa loyauté envers l’église et son amour pour la patrie.
Il dépeint avec acuité le complexe d’infériorité des étudiants flamands par rapport aux étudiants francophones. Ces derniers évoluent dans une atmosphère de distinction et fréquentent les établissements chics, tandis que les Flamands sont dépeints comme des misérables mal habillés et mal rasés qui se retirent dans les cafés où leur paysannerie trouve un exutoire.
D’autre part, il présente une description wagnérienne d’une procession du «Vlaamsch Verbond», qui, avec une musique de fanfare en écho et des bannières flottant à la lueur des torches, défile dans les rues de Louvain comme des rois.
Lebeau, Paul, De Zondebok, Uitgeverij Heideland, België, Hasselt, 1968.
Coll.: Cap’n
Paul Lebau werd op 29 juni 1908 geboren in Borgerhout.
Hij vervolledigde zijn Humaniora Grieks-Latijnse te Antwerpen en studeerde Germaanse Filologie te Leuven. Daar was hij redactiesecretaris van het studentenblad «Ons Leven» en actief lid van het KVHV. Samen met Dr. Mon de Goeyse en Willem Melis richtte hij in 1927 K.A.V. Loviana opnieuw op, in een poging het Leuvense studentenleven te veredelen.
De tonelen uit het studentenleven in zijn werken zijn herinneringen aan zijn eigen studentenjaren. Hij studeerde in de periode van een groot conflict tussen de Vlaams-nationalistische studenten en de academische en bisschoppelijke overheid, de botsingen tussen Vlamingen en Walen naar aanleiding van de Groot-Nederlandse studentencongressen en amnestiebetogingen en de doodsstrijd van het A.K.V.S.
De hoofdfiguur van «De Zondebok»is een getroubleerde jongeman die als in een openbare biecht vertelt hoe hij zijn geestelijke roeping mist. In zijn gewetensproblemen wordt de tragiek van een studentengeneratie weerspiegeld, vooral wanneer hij moet kiezen tussen zijn trouw aan de kerk en zijn liefde voor het vaderland.
Hij schildert een scherp beeld van het minderwaardigheidscomplex van de Vlaamse tegenover de Franstalige studenten. De laatsten bewegen zich in een sfeer van distinctie en bezoeken de sjieke gelegenheden, terwijl de Vlamingen als slordig geklede en slecht geschoren sukkelaars afgeschilderd worden die zich terugtrekken in kroegjes waar hun boertigheid een uitlaatklep vindt.
Daar tegenover voert hij een Wagneriaanse beschrijving op van een optocht van het «Vlaamsch Verbond», die met galmende fanfaremuziek en wapperende vaandels in de gloed van fakkels als koningen door de straten van Leuven trekken.