English
Heyndrickx, Karel (in fact Heynderickx), Studentenliederboek: Deel 1 & 2, Algemeene Drukkunstmaatschappij, Belgium, Brussels, 1899.
Coll.: Cap’n
Karel Heynderickx was born in 1875 in Sint-Niklaas, after which he started his university studies in law in the academic year 1892-1893 in Leuven. He was editor-in-chief of Ons Leven from 1896 until 1899. On Sunday 6 February 1898 he founded the Waasse Club in Leuven together with August Borms. That same year he compiled the Student Songbook.
Before 1890 there was little mention of Flemish student songs. The Io Vivat, Gaudeamus Igitur and A, a, a, Valete Studia were already part of the permanent repertoire and the “Allgemeines Deutsches Kommersbuch” was also very popular.
In May 1898, Karel Heynderickx organized the celebrations for the tenth anniversary of Ons Leven and in its honour he published a songbook on which he started working more than 3 years earlier.
Initially they wanted to release a “bundle of fifty”; limiting themselves to student songs with music and accompaniment. Soon they decided that the student world would be too small and that only Flanders would be big enough. The work consisted of two parts, with a total of 167 songs with accompanying scores for piano accompaniment that were subdivided into five categories.
It took a while before they found a publisher, but the Algemeene Drukkunstmaatschappij in Brussels decided to give the students the benefit of the doubt, even when it turned out that the work would not count 300 but 600 pages.
They collected their songs from different sources: a number of them had already been published in Ons Leven before, while the rest were specially composed for this edition. It was the first time that Flemish student songs were collected and published on this scale. Possibly Heynderickx used this book to stir up the fire of the linguistic struggle, knowing that during this period all student papers were banned and that various movements that could possibly set up a resistance, were dissolved.
Heynderickx divided his songs into five categories: Patriotic songs (33), Mixes (35), Student songs (26), Company and drinking songs (35) and Love songs (38).
Besides songs, we also find some beautiful illustrations in the work. The title-page is the work of the painter Ernest Wante and represents a poetic youth, a dreamy student who admires and sings the beauty of his country.
Illustrations by Pieter Franciscus Dierckx, who as an etcher and graphic designer put his art at the service of club life (including posters, letterheads, …), illuminate every part.
Français
Heyndrickx, Karel (en fait Heynderickx), Studentenliederboek : Deel 1 & 2, Algemeene Drukkunstmaatschappij, Belgique, Bruxelles, 1899.
Coll. : Cap’n
Karel Heynderickx est né en 1875 à Sint-Niklaas, après quoi il a commencé ses études universitaires en droit durant l’année académique 1892-1893 à Louvain. Il a été rédacteur en chef de Ons Leven de 1896 à 1899. Le dimanche 6 février 1898, il a fondé avec August Borms le Waasse Club à Louvain. La même année, il compile le chansonnier.
Avant 1890, il y a peu de traces de chants d’étudiants flamands. Le Io Vivat, Gaudeamus Igitur et A, a, a, Valete Studia faisaient déjà partie du répertoire permanent et le “Allgemeines Deutsches Kommersbuch” était également très populaire.
En mai 1898, Karel Heynderickx a organisé les célébrations du dixième anniversaire de Ons Leven et, en cet honneur, il a publié un chansonnier sur lequel il avait commencé à travailler plus de 3 ans auparavant.
Au départ, ils voulaient publier un livre de cinquante chansons, se limitant aux chansons d’étudiants avec musique et accompagnement. Rapidement, ils ont décidé que le monde étudiant serait trop petit et que seule la Flandre serait assez grande. L’ouvrage se composait de deux parties, avec un total de 167 chansons avec des partitions d’accompagnement pour piano qui étaient subdivisées en cinq catégories.
Il leur a fallu un certain temps avant de trouver un éditeur, mais l’Algemeene Drukkunstmaatschappij de Bruxelles a décidé d’accorder aux étudiants le bénéfice du doute, même lorsqu’il s’est avéré que l’ouvrage ne compterait pas 300 mais 600 pages.
Ils ont rassemblé leurs chansons à partir de différentes sources : un certain nombre d’entre elles avaient déjà été publiées dans Ons Leven auparavant, tandis que le reste a été spécialement composé pour cette édition. C’était la première fois que des chansons d’étudiants flamands étaient rassemblées et publiées à cette échelle. Il est possible que Heynderickx ait utilisé ce livre pour attiser le feu de la lutte linguistique, sachant qu’à cette époque, tous les journaux d’étudiants étaient interdits et que les différents mouvements qui pouvaient éventuellement opposer une résistance étaient dissous.
Heynderickx a divisé ses chansons en cinq catégories : Chansons patriotiques (33), Mélanges (35), Chansons d’étudiants (26), Chansons de compagnie et de buveurs (35) et Chansons d’amour (38).
Outre les chansons, nous trouvons également de belles illustrations dans l’ouvrage. La page de titre est l’œuvre du peintre Ernest Wante et représente un jeune homme poétique, un étudiant rêveur qui admire et chante la beauté de son pays.
Des illustrations de Pieter Franciscus Dierckx, qui en tant que graveur et graphiste a mis son art au service de la vie du club (notamment des affiches, des en-têtes de lettres, …), illuminent chaque partie.
Nederlands
Heyndrickx, Karel (in feite Heynderickx), Studentenliederboek: Deel 1 & 2, Algemeene Drukkunstmaatschappij, België, Brussel, 1899.
Coll.: Cap’n
Karel Heynderickx werd geboren in 1875 te Sint-Niklaas, waarna hij in het academiejaar 1892-1893 te Leuven zijn universitaire studies in de rechten aanvatte. Hij was hoofdredacteur van Ons Leven van 1896 tot 1899. Op zondag 6 februari 1898 richtte hij samen met August Borms de Waasse Club op in Leuven. Datzelfde jaar stelde hij het Studentenliedboek samen.
Vóór 1890 was er weinig sprake van Vlaamse studentenliederen. Het Io Vivat, Gaudeamus Igitur en A, a, a, Valete Studia behoorden reeds tot het vaste repertoire en ook het “Allgemeines Deutsches Kommersbuch” was zeer populair.
In mei 1898 organiseerde Karel Heynderickx de viering van het tienjarig bestaan van Ons Leven en ter ere daarvan gaf hij een liedboek uit waaraan hij meer dan 3 jaar eerder was begonnen.
Aanvankelijk wilde men een “bundel van vijftig” uitbrengen; men beperkte zich tot studentenliederen met muziek en begeleiding. Al snel besloten ze dat de studentenwereld te klein was en dat alleen Vlaanderen groot genoeg zou zijn. Het werk bestond uit twee delen, met in totaal 167 liederen met begeleidingspartituren voor piano die onderverdeeld waren in vijf categorieën.
Het duurde even voor ze een uitgever vonden, maar de Algemeene Drukkunstmaatschappij in Brussel besloot de studenten het voordeel van de twijfel te geven, zelfs toen bleek dat het werk geen 300 maar 600 bladzijden zou tellen.
Ze verzamelden hun liederen uit verschillende bronnen: een aantal was al eerder in Ons Leven gepubliceerd, de rest was speciaal voor deze uitgave gecomponeerd. Het was de eerste keer dat Vlaamse studentenliederen op deze schaal werden verzameld en uitgegeven. Mogelijk gebruikte Heynderickx dit boek om het vuur van de taalstrijd aan te wakkeren, wetende dat in deze periode alle studentenbladen verboden waren en dat verschillende bewegingen die eventueel verzet konden plegen, werden ontbonden.
Heynderickx deelde zijn liederen op in vijf categorieën: Vaderlandse liederen (33), Mengelingen (35), Studentenliederen (26), Gezelschaps- en drinkliederen (35) en Liefdesliederen (38).
Naast liederen vinden we ook enkele prachtige illustraties in het werk. De titelpagina is het werk van de schilder Ernest Wante en stelt een poëtische jongeling voor, een dromerige student die de schoonheid van zijn land bewondert en bezingt.
Illustraties van Pieter Franciscus Dierckx, die als etser en graficus zijn kunst in dienst stelde van het verenigingsleven (o.a. affiches, briefpapier, …), verluchten elk onderdeel.